In het Colosseum kwamen mensen kijken naar straffe voorstellingen. Voor de voorstelling begon, vond een plechtige processie plaats. Gerechtsdienaren presenteerden de ter-dood-veroordeelden, die borden om hun nek droegen waarop hun misdrijf te lezen stond. Gladiatoren en jagers paradeerden voor de tribunes en namen aanmoedigingen in ontvangst. Muzikanten luisterden de optocht op. Daarna gaf de keizer het teken dat de voorstelling kon beginnen.
De voorstellingen verliepen volgens een vast programma. Aan de hand van een aantal mozaïeken die men heeft teruggevonden kan je gemakkelijk afleiden hoe de dag verliep.
Opdracht Hoe verliep een dagje in het Colosseum?
Jacht op dieren
Bron 4: Dion vertelt over een jachtpartij Cassius Dion (ca. 150 - ca. 235 n.C.) was een Grieks geschiedschrijver en bekleedde hoge ambten in Rome. Hij schreef over de Romeinse geschiedenis in 80 boeken.
In die tijd waren er allerlei voorstellingen ter ere van de terugkeer van Severus, zijn tienjarig regeringsjubileum en zijn overwinningen. Bij deze shows vochten op een gegeven teken ook zestig wilde zwijnen met elkaar, en werden nog vele andere dieren afgeslacht, waaronder een olifant en een krokotta (dat dier komt uit India (…)) De hele arena was ingericht in de vorm van een boot die vierhonderd dieren tegelijk kon bevatten of loslaten. Toen de boot plotseling uit elkaar viel sprongen beren, leeuwinnen, panters, leeuwen, struisvogels, wilde ezels en bizons te voorschijn, zodat men alles bij elkaar zevenhonderd wilde en tamme dieren tegelijk zag rondrennen en afgeslacht worden.
Opdrachten 1. Hoeveel dieren renden tegelijk rond en werden afgeslacht? 2. Geef enkele voorbeelden. 3. De vele verschillende dieren zorgden voor een afwisselend spektakel. Waarom zou het nog interessant geweest zijn om dieren uit verschillende werelddelen en verre plaatsen te tonen aan het volk? Wat wilde men zo suggereren?
Executies
Bron 5: Martialis over de executies die werden uitgevoerd door het naspelen van mythen en sagen. Martialis (ca.40 – ca.102 n.C.) was een Romeins dichter. Hij was de eerste die zich uitsluitend wijdde aan het dichten van epigrammen.
"Geloof dat Pasifaë door een stier is verkracht, met eigen ogen zagen we de sage. Want dat verhaal mag dan lang geleden zijn bedacht, de keizer toont het ons in deze dagen."
Bron 6: Valerius Maximus over de executies Valerius Maximus (1ste helft 1ste eeuw n.C.) was de Latijnse auteur van een historisch handboek ten gebruike van rectoren en studenten.
"Nadat hij het Carthaagse rijk ten gronde had gericht, wierp Publius Cornelius Scipio Aemilianus deserteurs van niet-Romeinse afkomst voor de wilde beesten tijdens de spelen die hij aanbood aan het volk, en toen Lucius Aemilius Paullus koning Perseus van Macedonië had overwonnen, legde hij mensen met dezelfde afkomst en schuld voor de olifanten om te worden vertrapt."
Bron 7: Passage over een terechtstelling die in 177 in Lyon plaatsvond. Het ging er in het Colosseum niet anders aan toe "Maturus en Sanctus doorliepen in het amfitheater weer het hele scala martelingen, alsof zij daarvóór nog niets geleden hadden. (…) Opnieuw moesten zij de daar gebruikelijke zweepslagen verduren, de beten van de wilde dieren, die hen door de arena sleurden en alles wat het razende publiek van alle kanten, luid schreeuwend, eiste. Voor alles de ijzeren stoel. Terwijl hun lichamen geroosterd werden, omwalmde hen de lucht van het eigen brandend vlees."
Opdrachten 1. Op welke manier vonden terechtstellingen vaak plaats (bron 5)? 2. Hoe wordt de persoon in deze mythe (die hier dus ook wordt nagespeeld) gestraft (bron 5)? 3. Op welke manier vonden nog executies plaats (bron 6 en 7)? Geef er 2. 4. Aan de executies gingen zware martelingen vooraf (bron 6 en 7). Geef 3 voorbeelden.
Gladiatorengevechten
De gladiatoren waren meestal beroepssportlui. Echter ook krijgsgevangenen, veroordeelde misdadigers, slaven en soms vrijen werden in de arena tegen over elkaar gezet. Voorzover bekend waren er in Rome 4 gladiatorenscholen. Één ervan, de Ludus magnus, lag ten oosten van het Colosseum. De aanwezigheid van een tribune suggereert dat het bekijken van de trainende gladiatoren een populair tijdverdrijf was, want er waren 3000 zitplaatsen. Hier kregen de gladiatoren op de avond voor hun optreden het galgenmaal geserveerd.
Er waren verschillende strijdwijzen en gladiatoren die uiteenlopende eisen stelden aan de krijgers. We bekijken er enkele.
Bron 8: Reconstructietekening van een Secutor die oefent tegen een retiarius in de ludus magnus (gladiatorenschool).
Bron 9: Reconstructietekening van een gladiatorengevecht in de arena.
Bron 10: Reconstructietekening van het Colosseum.
Opdrachten 1. Bekijk bron 8. Hier vinden we reeds twee soorten gladiatoren terug. Welke attributen hebben ze bij zich? Noem de 2 belangrijkste per gladiator. 2. Bekijk dan ook bron 9. Welke soorten gladiatoren vinden we hier nogmaals terug? Leid dit af aan de hand van bron 8. 3. Wat kan je zeggen over de kansen van de naakte slaven of krijgsgevangen in een gevecht tegen deze bewapende gladiatoren? 4. Wat gebeurde er met de dode lichamen (bron 9)? 5. Bekijk nu bron 10. Welk soort gevechten speelde men nog na in het amfitheater ?
De gladiatorenspelen begonnen met een optocht van de deelnemers. Dan konden de gevechten beginnen. Voortdurend zagenscheidsrechters toe dat de deelnemers zich hielden aan de voorschriften. De gevechten gingen door tot iemand dodelijk was getroffen of één van de gladiatoren opgaf. Het opgeven van een gladiator betekende niet noodzakelijk dat hij moest sterven in de arena. De keizer kon beslissen over het lot van de gladiator. Hierbij hield hij wel rekening met de “mening” van het volk.
Bron 11: Cicero had enorm respect voor de gladiatoren De Romein Cicero (106 - 43 v.C.) was onder andere redenaar, politicus, advocaat en filosoof.
"Hoeveel klappen incasseren de gladiatoren niet, verlopen sujetten* of barbaren die het zijn. Juist zoals zij die goed onderlegd zijn, willen zij liever een klap krijgen dan zich op een schandelijke manier daaraan onttrekken. Hoe dikwijls blijkt niet dat zij niets liever willen dan ofwel bij hun meester in de smaak vallen ofwel bij het volk. Zelfs als zij met wonden overdekt zijn, sturen zijn nog iemand naar hun meester om te vragen wat hij van hen verlangt. Als die vindt dat het genoeg is, zijn zij bereid te sterven. Welke gladiator van zelfs middelmatige kwaliteit heeft ooit gekreund of een spier van zijn gezicht vertrokken? (…)"
Bron 12: Tacitus over de gladiatorengevechten Tacitus (ca. 55 - 116/120 n.C.) was Romeins geschiedschrijver, volgde een ambtelijke loopbaan en was werkzaam als advocaat.
"Hoeveel zijn er nog, die thuis over iets anders spreken? En waarover hoor je jonge mannen praten als je hun schoollokalen binnenloopt?"
Bron 13: Juvenalis vertelt hoe de echtgenote van een senator haar man in de steek liet om haar idool achterna te reizen naar Alexandrië Juvenalis (ca. 60 – 140 n.C.) was Romeins dichter. Hij was tevens degene die aan de satire haar definitieve vorm heeft gegeven.
Door wie z’n jeugd en charme is zo’n hartstocht bij Eppia ontbrand? Voor wie verdraagt zij bespot te worden als ‘de gladiatrice’? Kijk, kijk: ’t is Sergius. Nauwelijks meer baard en ook al ongeschikt verklaard, sinds hem een arm werd afgeslagen bij het vechten. En er mankeert veel meer aan hem: zijn schedel is door zijn helm gedeukt, er zit een wrat voorop zijn neus tussen twee immer natte en roodontstoken ogen. Maar hij was ooit gladiator en dat geeft zo’n glans dat vaderland, familie, huis en haard haar onverschillig zijn; zij is verliefd op ’t ijzer van zijn zwaard, want als die sukkel dat zwaard niet had, had ze hem nooit gebliefd!
Opdrachten 1. Geef aan de hand van bron 11 een aantal eigenschappen die we de gladiatoren kunnen toekennen. 2. Lees bron 12. Wat kan je zeggen over de houding van het volk ten opzichte van de gladiatorengevechten? 3. Lees nu ook bron 13. Hoe keken de Romeinen naar de gladiatoren? Met wie zouden we hen vandaag kunnen vergelijken?
Toeschouwers
Volgens schattingen zouden er een 50 000 zitplaatsen zijn geweest in het Colosseum. Verder waren er nog een 5000 staanplaatsen. Een massa volk kon dus de vertoningen bijwonen. Ze maakten deel uit van de show.
Bron 14: Plattegrond van het Colosseum.
Bron 15: Doorsnede van de tribune met rangen.
Bron 16: Suetonius over de rangverdeling onder keizer Augustus Suetonius (ca. 75 - 150 n.C.) was een Romeinse geleerde. Hij bekleedde enkele ambten en later wijdde hij zich aan wetenschappelijk onderzoek, o.m. betreffende de Romeinse geschiedenis en literatuur.
"Augustus trof maatregelen om verbetering te brengen in het buitengewoon wanordelijk en ongedisciplineerde gedrag van de toeschouwers (…). Hij liet de Senaat daarom een decreet uitvaardigen inhoudende dat, zo dikwijls als ergens openbare spelen werden gegeven, de eerste rij gereserveerd diende te worden voor senatoren. (…) De soldaten mochten niet langer tussen de burgers zitten. Aan gehuwde mannen uit het volk wees hij eigen plaatsen toe, aan minderjarige knapen een eigen vak, daarnaast één voor hun begeleiders, en hij verordende dat niemand die een donkere mantel droeg op de tweede rang mocht zitten. Zelfs bij de gladiatorengevechten duldde hij vrouwelijke toeschouwers uitsluitend op de achterste rijen en dan nog zonder mannelijk gezelschap, terwijl de toeschouwers vroeger altijd door elkaar hadden gezeten."
Opdrachten 1. Op welke manier waren de plaatsen in het Colosseum ingedeeld? Illustreer met twee voorbeelden. 2. Waar nam de keizer plaats?