Bron 2: Seneca beschrijft een badhuis in de provincie Seneca (ca. 54 v.C. – ca. 39 n.C.) was een Romeins schrijver.
"Stel je al die menselijke stemmen eens voor, die je ertoe brengen je oren te gaan haten. Als die krachtpatsers zich trainen door te zwaaien met loden gewichten in hun handen en ze zich inspannen (of doen alsof) hoor je ze steunen. Steeds als ze hun ingehouden adem uitblazen, beluister je hoe die piepend en snerpend ontsnapt. Wanneer je een passief type meemaakt dat tevreden is met een goedkope massage, hoor je aan de klap waarmee de hand de schouder raakt of de hand vlak of hol was. Een binnenstormende balspeler die de score begint om te roepen is de druppel die de emmer doet overlopen. Haal je verder de arrestatie van een ruziezoeker of zakkenroller voor de geest en de man die zichzelf graag in bad hoort zingen, en voeg daar dan nog eens degenen aan toe die zich met een luide plons in het water laten vallen. Behalve deze mensen, wier geluiden tenminste nog natuurlijk zijn, moet je je de epileerder voorstellen die voortdurend met snerpende stem schreeuwt om de aanwezigen te attenderen op zijn aanwezigheid. Nooit houdt hij zijn mond, behalve als hij okselharen uittrekt en iemand anders in zijn plaats laat gillen. Dan zijn er de drankverkopers met hun gevarieerde kreten, de worstverkopers, de banketbakkers en het barpersoneel: allemaal prijzen ze hun diensten in alle toonaarden aan."
Opdrachten 1. Waaraan denken jullie vandaag bij het begrip ‘thermen’? Wat is de echte betekenis van het woord? Kennen we vandaag nog zoiets? 2. Bekijk de plattegrond. Welke onderdelen van de thermen vind je terug. Naar welke functies verwijzen zij telkens? 3. Lees nu ook bron 2. Welk activiteiten vind je ook terug in deze tekst?
Verder waren er ook nog kapsalons, salons voor lichaamsverzorging, parfumerieën, podia voor muzikanten en dichters, cafés, bordelen, leeszalen, zonneterrassen, een park, siertuinen, een museum, ….
4. De palaestra en een badruimte bestonden bij de Grieken ook. Welke functies kwamen erbij? Waarop lag bij de Romeinen de klemtoon?
Waarvoor diende elke ruimte?
Doorloop de verschillende ruimtes van de thermen aan de hand van de navigatiebalk bovenaan. Dit zijn: 1. De keedkamers 2. De sportruimte 3. Het warm bad 4. Het lauw bad 5. Het koud bad 6. Het zwembad 7. De bibliotheek
Wie kwam er baden?
Als blijk van keizerlijke vrijgevigheid waren de thermen gratis toegankelijk en in principe ook voor iedereen.
Bron 3: Reconstructietekening van tafelende Romeinen in de thermen.
Opdracht Bekijk bovenstaande bron. Tot welke stand behoorden voornamelijk de bezoekers van de thermen? Waaruit leid je dit af?
Attributen
In de thermen liepen aliptae rond, dit waren personen die olie over je heen goten en er het vuil met een schraper afdeden. Hieronder zie je hun attributen.
Bron 4: Flacon met olie en schrapers van metaal.
Bron 5: Detail van een vaas met een Romein die olie, vuil en zweet van zijn lichaam schraapt.
Bron 6: Schraper of strigilus.
Opdracht Leid uit bron 5 af waarvoor de attributen bij bron 4 en 6 dienden.