Wie speelde toneel en welk soort toneelstukken speelden de Romeinen?
De acteurs waren voornamelijk mannelijke slaven. Zij speelden niet alleen de mannenrollen, maar ook de vrouwenrollen. Oorspronkelijk namen de Romeinen toneelstukken over van Griekse toneelschrijvers, maar al snel speelden ze hun eigen stukken. Ze ontwikkelden een nieuw type theater: de pantomime. De acteurs beeldden verhalen over goden en stervelingen uit door gebruik van veel bewegingen en gebaren. Toch bleven de Romeinse toneelstukken vaak gebaseerd op originele Griekse stukken.
Bronnen
Bron 4: Apuleius over een toneelstuk. Het betreft een mythologisch tafereel dat wordt nagespeeld. Apuleius (ca.124 – ca.180 n.C.) was een Romeins schrijver. Hij was de knapste en invloedrijkste Latijnse schrijver van zijn eeuw.
"Jongens en meisjes, in de bloei van hun schoonheid, schoon om te zien, sierlijk gekleed, traden aan met bevallige pas om een Griekse wapendans uit te voeren. Ordelijk opgesteld vormden zij allerlei bekoorlijke figuren: nu eens stelden zij zich op in een zuivere cirkel, dan weer sloten zij zich aaneen tot een lange rij, splitsten zich in twee groepen. Maar zodra een laatste geschal van de trompet een einde had gemaakt aan de beurtelingse beweging en ingewikkelde wendingen, werd het scherm opgetrokken, de gordijnen opgerold en verscheen het decor. (…) Dan verscheen een meisje met een edel gelaat, gelijkend op de godin Juno; een blinkend diadeem omsloot haar hoofd en zij droeg een scepter. Een ander kwam aangelopen, ongetwijfeld Minerva, het hoofd bedekt door een glanzende helm en op die helm een olijfkrans. Zij hield haar schild op en zwaaide haar lans, zoals zij is wanneer zij ten strijde gaat. Daarna kwam een derde binnen (…), die door de bekoring van haar goddelijke kleur zich deed kennen als Venus, Venus nog als maagd, volmaakte schoonheid tentoonspreidend door haar naakt en onbedekt lichaam, behalve dat een dunne zijden doek haar nog even zichtbare schaamte beschaduwde. (…) De kleur van de godin was verschillend voor het oog, het lichaam blinkend wit, omdat zij afdaalt uit de hemel, de mantel blauw, omdat zij opstijgt uit de zee. "
Bron 5: Lucianus over pantomime en theater Lucianus (128 – 180 n.C.) was een Grieks prozaschrijver, vooral bekend door zijn fantastische ‘Ware Geschiedenis’ “Het scherpt het verstand, het traint het lichaam, het verrukt de toeschouwer, het vertelt hem over de geschiedenis van vroeger tijden… terwijl oog en oor in de ban zijn van fluit, cimbaal en gracieuze dansen… Geen kwaad woord over de uitstekende morele invloed van de publieke opinie… de slechterik wordt onthaald op verwensingen en zijn slachtoffer op tranen van mededogen.”
Opdrachten
1. Waarom zou de pantomime, met al zijn bewegingen en gebaren, interessant zijn geweest in het Romeinse theater? 2. Bij bron 4 lees je een stukje van een pantomime. Hoe merk je hierin nog steeds de Griekse invloed nog? 3. Hoe hebben ze het verhaal toch aan gepast aan hun Romeinse beschaving?
De Griekse tragedie en de pantomime vonden de Romeinen wel aardig. Toch hielden zij vaak meer van het kluchtige genre. Dit draaide vaak rond seks en geweld. Als in zo’n stuk iemand werd verkracht, gemarteld of gedood, gebeurde dit ook echt. Als de acteur dood moest, dan werd daar meestal een ter dood veroordeelde voor gebruikt, die dan ook echt door bijvoorbeeld een hongerige beer werd opgevreten terwijl het publiek rustig toekeek.
Opdrachten
1. Ondanks deze gruwelijkheden (moorden, verkrachtingen,.. op de scène) pleitten sommigen voor het theater. Waarom? Lees hiervoor bron 5. 2. Bekijk bron 1. Hier zie je een aantal acteurs in de kleedkamers. Welke attributen voor het toneel vind je terug? 3. Wat gebruikten de spelers om hun rol beter duidelijk te maken of om bijvoorbeeld ook een vrouwenrol te kunnen vertolken (bron 1, 2 en 3)? 4. Leid van de afbeeldingen (bron 2 en 3) af bij of het gaat om een klucht of een tragedie.
Iedereen mocht gratis binnen in het theater. Eerst mochten vrouwen niet binnen, maar later mochten ook zij komen kijken. Vrouwen mochten echter niet dicht bij het toneel zitten omdat hun echtgenoten bang waren dat ze er met één van de spelers vandoor gingen.